Inge Raadschelders

De Momenttekst

Ik beschouw mijzelf als een expert in het aanleren van De momenttekst.
Hieronder de beschrijving van dat 'genre', geschreven voor een syllabus van vaktermen van de
HKU | Writing for Performce (Schijfopleiding)

De Momenttekst (het moment)

De momenttekst vangt ‘het grote’ (bv een universeel thema als kwetsbaarheid) in een bijzonder korte tekst over een eenvoudige gebeurtenis. De formulering is zo objectief mogelijk, met als doel de lezer de indruk te geven dat hij zelf interpreteert wat de betekenis of de onderliggende waarde van de tekst is. Hierin schuilt de hand van de meester; de auteur stuurt, onder andere door het selecteren of juist weglaten van veelzeggende details, de lezer in zijn interpretatie, op zo’n manier dat de lezer zich daar niet bewust van is. De lezer wordt geraakt, doordat hij een kleine gebeurtenis leest die hij niet letterlijk zelf heeft ervaren, maar daarin iets herkent dat wel van hemzelf is en waarde heeft.

De momenttekst speelt altijd in het hier en nu, is actief en concreet geformuleerd, maakt gebruik van de eerste persoon enkelvoud en beschrijft louter zintuigelijke waarnemingen. Ieder woord in de momenttekst is nodig en draagt bij aan de betekenis van de tekst.

Het leren schrijven van momentteksten is een middel tot taalbeheersing en werkelijkheidservaring. De schrijver is geneigd zijn lezer door heel subtiele ingrepen (bijvoorbeeld door woorden als daardoor, fantastisch, een beetje) te sturen richting duiding van de tekst. In de momenttekst is dat verboden: de tekst is een zo letterlijk mogelijke weergave van de werkelijkheid. Door  te beschrijven wat er precies gebeurde toen iets bijvoorbeeld pijnlijk was, kan de lezer zelf de pijn ervaren. Dit dwingt de student gericht waar te nemen, precies te selecteren en formuleren  en onderscheid te maken tussen de waarneming en de (soms subtiele) interpretatie daarvan. 

Voorbeeld van een momenttekst:
Mijn vader danst door de kamer. Zijn ogen zijn gesloten. Ik kijk naar hem. Ik imiteer zijn bewegingen. De houten vloer kraakt. Hij opent zijn ogen en glimlacht. Ik stop met bewegen. Hij steekt zijn hand naar me uit.
‘Kom, dansen’, zegt hij.
‘Ik moet plassen’, antwoord ik.
[Renske van Dijk propedeuse WRI 1516]

 

© Inge Raadschelders, 2017

Beschouwend

alles op deze website valt onder de volgende creative commons licentie: by-nc-sa